De dames keken hun ogen uit, wisten niet wat er ging gebeuren. Ze zagen stijlborden langs de wanden in de ruimte staan met op ieder bord een andere lichaamsvorm. Ze zagen kleurendoeken met kleurenwaaiers op de tafel liggen en een spiegel tegen het raam met een stoel ervoor. Er klonk gegiechel, ze keken elkaar vragend aan en er ontstond een meisjesachtige spanning.
Negen dames waren het, van een bevriend beleggingsclubje, die om de beurt eens per jaar een leuk uitje organiseerden. Deze keer was het de K3 workshop.
De locatie zag er licht, fris en gezellig uit met een grote ovale tafel in het midden, met drankjes, kannen koffie en thee met lekkere koekjes. Ik nodigde de dames uit om rond de tafel te gaan zitten. Na een voorstelrondje, waarin zij vertelden wie zij waren en wat zij met kleur, kleding en stijl hadden, konden we beginnen, ware het niet dat er nog twee dames misten.
“Begin maar gewoon hoor”, zei Karin, die de middag organiseerde, “ze zijn hun hond nog aan het uitlaten, dat krijg je hè, als het in de buurt is”. Na mijn uitleg over kleur, model, stijl en de daaraan gekoppelde karakters, werd de sfeer steeds losser en vlogen de anekdotes over tafel. Inmiddels waren de hondenwandelaars ook aangeschoven.
Bij het rondje, even zelf voor de groep staan, zag je dat niet iedereen zich hierop had kunnen voorbereiden.
Laat ik haar Trudie noemen, zij was het stoere gemakkelijke ,”heb niet zoveel met kleding” type. Zij had een oranje truitje aan, met leuke kopmouwtjes, een mooi aangesloten lijfje met een halsuitsnijding die haar hals mooi uit liet komen.
Ook de kleur flatteerde haar en ik dacht: “hier is over nagedacht”.
Op mijn vraag of dit klopte zei haar buurvrouw, “ja, weet je, ze heeft een nieuwe vriend en die vindt het leuk als ze er wat vrouwelijker uitziet”. “Ja”, zei Trudie niet in het minst aangeslagen, “dat klopt en ik dacht, kom laat ik ook eens iets met een kleurtje kopen en het zit nog lekker ook”.
De sfeer zat er nu goed in.
“Wil je even opstaan, zodat wij het geheel kunnen zien?”, vroeg ik haar.
Toen zag ik een beige te grote slobberbroek met verticale strepen, die net boven haar enkels eindigde en die zo haar mooie slanke benen verstopte. “Vertel eens” vroeg ik, “waarom heb je voor deze combinatie gekozen?”
“Ach”, was haar antwoord, “ik moest mijn hond toch even uitlaten en dacht, gauw een makkelijke broek aantrekken”. Ze keek naar beneden en zei “en heb hem dus nog aan, zo te zien”. Het gegiechel sloeg om in een daverende lach, zijzelf nog het hardst.
Ook Bea, met prachtig bruin haar, ondeugende groene ogen met een kort, stevig, rond figuur, vertelde dat haast alles in haar kast zwart was, terwijl ze nu een spijkerlook blauw tuniek droeg met lange kettingen over een lage hals, die haar ronde gezicht smaller liet lijken. Ook haar vroeg ik te gaan staan, zodat wij het geheel konden bekijken.
Echter, vanaf haar taille, liep de tuniek geplisseerd wijd uit, over haar brede heupen vallend als een kort balletjurkje, met een bloemenprint op net de verkeerde plek, wat haar heupen breder uit liet lopen.
Een wit lang T-shirt piepte daar weer onderuit. Met een spijkerbroek die wijd boven haar enkels eindigde.
“Wat valt jullie op, als je haar zo ziet?” vroeg ik. De reacties kwamen nu lekker op gang.
De een zag een korte broek, de ander zag een witte streep, bij weer een ander viel alleen het wijde tuniek op.
Als iets niet klopt en niet bij je figuur past, dan trekt alleen dat de aandacht en val jij weg en vallen je minpuntjes extra op. Het maakte haar klein, breed, rond en een beetje popperig.
Ook zij zag het effect in de spiegel. “Doe ik een keer geen zwart aan, is het weer niet goed” zei ze lachend en ook zij kreeg de lachers op haar hand.
Ik zei dat haar tuniek leuk was, haar goed kleurde, maar niet voor haar figuur geschikt was, dat de bovenkant wel klopte, maar de onderkant niet.
Toen vroeg ik Sonja, die lang en slank was het tuniek aan te trekken. Haar stond het geweldig en het kwam nu volledig tot zijn recht. Bea keek een beetje sip en zei ” ‘t is toch een leuk tuniek hoor”, tot ook ik hem aantrok (heb een beetje hetzelfde figuur als Bea). Ze zag het verschil en zei: “oh nu zie ik het, hij staat jou ook niet”.
Zij kreeg mijn lange mouwloze vest aan en leek meteen een stuk langer en slanker.
Als troost adviseerde ik haar het tuniek open te dragen, een donkerblauw lang shirt en dito broek met smalle rechte lange pijpen eronder te dragen met een lage riem, wat haar als geheel langer en slanker zou maken. Zo zou ze hem toch nog af kunnen dragen vond ik.
De middag liep als een trein, iedereen blij met de adviezen, ook de dames waarvan de kleding wel naadloos paste en ik aan kon geven, waarom het hen zo flatteerde.
Ook beloofden de dames, dat ze zeker voor een persoonlijk advies terug zouden komen met hun dochters, zussen of met elkaar.
En….kreeg ik na afloop een spontaan applaus en een knuffel van Bea met de mooie groene ogen en het nu los gedragen blauwe tuniek.
Mijn slogan – een analyse is de beste investering in jezelf – was deze keer wel heel toepasselijk. Want deze dames wisten alles van beleggen, investeren en nu dan ook wat meer van het combineren van hun kleding.
De volgende dag, zag ik tot mijn schrik het blauwe tuniek in de etalage van een dure modezaak prijken.
Oh, oh, dacht ik, dat had ze net nieuw gekocht, wat sneu en wat zonde van de genomen moeite en vooral zonde van de centjes.
Later is Bea samen met haar dochter voor een persoonlijke kleur- en stijlanalyse in de salon gekomen. Ze was toch blij met de adviezen geweest en wilde nu alles weten. Voor hen voortaan geen miskopen meer. “Waar zo’n workshop al niet goed voor is”, zei ze nog. En daar was ik het helemaal mee eens.